Haile Selassie

 
image
 
King Tubby Meets Rockers Uptown
Augustus Pablo
1976

 

Hotter than July hoefde het die zomerdag niet te worden. Iedereen was het huis uit, elders de zon gaan opzoeken. Ik schepte het zwembadje leeg en gaf het water aan de planten, veegde de kinderspeeltjes aan de kant, en nestelde me op het schaduwterras.

Het was tijd voor een heerlijk skankende, soms zelfs rust, vrede en nietsdoen belovende everything’s gonna be alright-plaat, made in Jamaïca, tot nader order niet handelsmissieland nummer 1.

Hoewel! In de planet of sound zijn reggae in het algemeen en dubreggae in het bijzonder sinds de mannen van Island Records in de jaren 70 de riddims van Bob, Sly, Robbie en Lee Scratch aan de wereld begonnen te verhandelen… een ware epidemie: The Police, The Clash, Grace Jones, Doe Maar, Magnetic Man (dat voor mijn dochter de introductie was), Major Lazer (dat met de openings-a-a-a-a-ahhhhhhh van ‘Get free’ van mijn peuterzoon een hondje van Pavlov maakte), Skrillex & Damien Marley, Flip Kowlier met Gainsbourgvibes in ‘Mo ban nin’, dat houdt gewoon nooit meer op. Vooral tussen Doe Maar en Magnetic Man zit trouwens een gat ter grootte van de ultraworld van The Orb. Ik ben vergeten te zeggen dat zowat elke remix een afgeleid dubexportproduct uit Kingston is.

Begin, als u het geluk hebt aan dit genre nog te mogen beginnen, niet bij Lee Scratch Perry, The Congos of Yabby You. Begin bij hedendaagser geluiden van Roots Manuva, Rhythm & Sound en Burial, of bij het tegenovergestelde: bij Bob Marley’s ‘Babylon by bus’.
 

 

Hou wel lang genoeg halt bij ‘King Tubby meets rockers uptown’ van Augustus Pablo: denk melancholie op melodica en toch hittegolf, en vergeet ook de echo ervan niet op ‘Last of the English roses’ van Pete Doherty, een man die doorgaans als een albino uit de zon blijft. Ook Gorillaz reizen soms af naar Pabloland.
 

 

‘Haile Selassie’, heet dit bericht. Naar een muziekgenre dat het constant heeft over de Messias genaamd Haile Selassie luister ik zoals Etienne Vermeersch naar het lijden en het wederopstaan van Christus in de Matthäus passion van Bach: niet elke dag, en met een hart dat de betrachting voelt om van pijn naar verlossing te gaan, maar met een verstand dat geen moment gelooft in de ware godgezonden heiland.

In rastaland is Marcus Garvey de Messiasvoorspeller. Hij vertelt het zwarte Jamaïcaanse proletariaat dat ze terug naar Afrika moeten; een koning zal hen komen halen. Als x jaar later Haile Selassie de zwarte keizer van Ethiopië wordt, circuleren foto’s van blanken die bij de kroningsplechtigheid voor de keizer knielen. Zoiets hebben ze nog nooit gezien! Keizer Haile wordt ook Rasta Fari Makonnen genoemd; dáárom al dat ge-Rastafari. Reggaeteksten = oud testament + een Messias die niet aan het kruis stierf. Toen Selassie in 1975 stierf – nota bene als aanhanger van de Ethiopisch-orthodoxe kerk – is hij volgens veel rastagelovigen uiteraard niet écht doodgegaan.

Hoe zei Serge Gainsbourg het ook weer? ‘L’homme a créé des Dieux, l’inverse tu rigoles? / Croire, c’est aussi fumeux que la ganja / Tire sur ton joint pauvre rasta et inhale tes paraboles’.

The Orb deden het met comedy: in ‘Towers of dub’ belt Marcus Garvey naar de receptie van de BBC, om te vragen of Haile Selassie in de lobby zit. ‘Would you tell him that Marcus Garvey phoned?… and that I will meet him in Babylon and Ting?’ Ik had eerst ‘in Babylon for tea’ verstaan. Wat is ‘Ting’ eigenlijk?