‘I said c’mon and let me tell ‘em how I feel’

 
image
 
The Stooges
The Stooges
1969

 

Filmpje.

‘Ik wil hier stoppen’, zegt Wayne Kramer, ex-MC5 gitarist, ex-dealer, ex-gevangene, afgekickt – The Clash zong over hem in ‘Jail guitar doors’.

Kramer wil vandaag via rock’n’roll mensen van het slechte pad af houden, terwijl ik denk: de meeste mensen die mogelijk het slechte pad opgaan luisteren vandaag naar iets heel anders dan rock’n’roll, maar soit.

De man draait ergens in Ann Arbor, of is het Detroit, Michigan de parking van de Route 66 Lounge op. Hij vertelt dat hij in dat truckersrestaurant dikwijls iets ging eten met Fred Smith en Rob Tyner, gasten met wie hij eind jaren 60 op het punt stond MC5 op te richten.

‘Fred heeft ideeën over wat de groep moet worden: sterk, arrogant ook, en hij gooit een glas om en zegt: ‘Dat is wat we moeten doen, de dingen kapot gooien’. Rob zegt: ‘Dat is niet cool. Zo bereik je niks.’ Waarop Fred: ‘Wat ga je er tegen doen?’ Rob: ‘Ik ga er tegen doen wat ik er moet tegen doen.’ ‘Ok, vechten dan’, zegt Fred, en dus gaan we naar buiten, het is putje winter (Kramer stapt uit zijn wagen en zegt tegen de cameraman: Kom je eruit, dan kan ik het je vertellen?). Fred en Rob doen alle twee hun jas uit (Kramer gaat in bokshouding staan) en beginnen rond te cirkelen. Fred slaat een paar keer, maar niet raak, he throws a couple of jams, en dan slaat hij raak, Paw, maar Rob slaat terug, en er ligt overal ijs, dus ze glijden uit en Rob belandt op de grond. Fred zit bovenop hem, en zegt: ‘Ik zou je gezicht kunnen kapotslaan, nu’. Rob kijkt naar boven en zegt: ‘Waar wacht je op?’ And it fucks Fred up. It fucks him up. Omdat hij beseft dat geweld hem geen antwoord gaat geven. Hij weet: via geweld ga ik niet winnen.’ (Kramer pauzeert kort) ‘Het was eh, diep. Voor ons tieners was vechten het antwoord op alles, en nu trokken we een gebied in dat niet op de kaart stond. We reden vijf uur rond, analyseerden alles, die nacht werden banden gesmeed. It was cool.’ (Kramer stapt in zijn wagen en rijdt weg)

De coole banden die werden gesmeed leidden inderdaad tot het redelijk for real revolutionair ingestelde MC5 (documentairestem: ‘They had F.B.I. files before their first record deal’). En ze konden er blijkbaar live wat van. De energie! De eigen rauwe kracht waar ze gaan in staan! De coolste lichting 1970-studenten die u ooit bij mekaar hebt gezien! Het concert dat omzeggens ónder de Detroitse snelwegbrug plaatsvindt!
 

 

De man die voor Electra records naar Detroit trok om MC5 te tekenen legde een voorlopige 20.000 dollar neer. Hij kreeg overigens van de groep de raad ook eens naar hun little brother band The Stooges te gaan kijken, en strikte die vier snotneuzen een dag later met hello money ten bedrage van 5000 dollar; voor Electra records vier keer minder dan 20.000, voor The Stooges gewoon 1000 keer meer dan ze die dag samen op zak hadden.

Maar wacht eens, ik zit hier nu dvd te kijken en de cd-hoesnota’s van platenfirmaman Danny Fields uit 1988 over te schrijven, terwijl: ‘The Stooges’ was mijn favoriete eh, jaren tachtigplaat.

Het trage, The Doorsachtige ‘We will fall’ en het evenmin wereldschokkende ‘Ann’ daargelaten, won ongeveer alles van ‘The Stooges’ op onze kotfuiven van The Beastie Boys, Hüsker Dü en Jacques Dutronc. Naar het schijnt klonken The Stooges ook op New Beatnachten. En dat uitje met de ingrediënten ‘Amerikaanse saus’, ‘Brandy’ en ‘blijven maffen bij iemand die een wit tapijt had liggen dat ’s ochtends vol rode plekken zat’, ik weet zeker dat ‘The Stooges’ toen in mijn plaats heeft overgegeven.

Tekstanalyse? Graag. ‘Maybe go out / maybe stay home / maybe call mum on the telephone’ won met de vinger in de neus de Nobelprijs voor de Literatuur, zij het in de categorie garagerock uit de sixties. De andere genomineerden waren The Sonics met ‘Baby, you’re driving me crazy / I’m going out of my head / Now i wish i was dead / Psycho’ en ‘A-well-a everybody’s heard about the bird / B-b-b-bird, bird, bird, b-bird’s the word’ van The Trashmen.

Natuurlijk speelt bij The Stooges anno 1969 een geweldige, met twee woorden (wahwah en fuzz) sprekende gitarist Ron Asheton. Natuurlijk is de ritmesectie Dave Alexander-Scott Asheton als twee holbewoners op jacht op mekaar afgestemd. En natuurlijk verdient producer John Cale, die naar het schijnt aan de job moest beginnen met songs die vooral héél lang en héél ongestructureerd klonken, een medaille.

Toch moet iedereen de schaduw in, want opper-Stooge en enige echte Lizard King Iggy Pop tekent voor hét hoogtepunt als hij in ‘No fun’ in zijn heel eigen stotterende jazzscatvariant vertelt hoe hij zich voelt: ‘Well I said… Well I said c’mon right… I said c’mon right and… I said c’mon right and let me… I said c’mon right and let me tell ‘em… Let me tell ‘em how I… Tell ‘em how I… Tell ‘em how I… Tell ‘em how I… Tell ‘em how I… Tell ‘em how I feel… I said c’mon and let me tell ‘em how I feel… Yeah!… Yeah!… Yeah!… Oooh!…’
 

 

De beste ode aan ‘The Stooges’: die briljante, zich immer herhalende hoge noot op de piano die door producer John Cale werd ingespeeld in ‘I wanna be your dog’ (en die later ook de song ‘Raw power’ zal kleuren, maar daar was Cale niet meer bij), dié noot komt een seconde lang voor aan het eind van ‘Gimme shelter’ van The Rolling Stones. Ik denk dat de Stones dat bewust deden, maar als dat niet zo is, kan mij dat niks schelen, en blijft het de beste ode aan The Stooges.
 

 

Terug naar de hoestekst van Danny Fields uit 1988: ‘Twenty years later it’s still twenty years ahead of its time’. Dat moet dus worden: ’45 years later (olala) it’s still eh, 45 years ahead…’ Laten we rustig afwachten.

Nóg minder belangrijk: the stooges schrijf je zonder hoofdletters en door de onderkant van de t te laten zakken en onder de twee oo’s te laten doorlopen tot je contact maakt met de onderkant van de g.
 
image